Ardèche: 126 beklimmingen

Als er één vakantieregio populair is bij Nederlandse toeristen, is het de Ardèche wel. Dit Franse departement, vernoemd naar de prachtige rivier, heeft veel fans onder de Frankrijkgangers. Logisch, het is er vaak lekker weer. De riviertjes, in het bijzonder de Ardrèche, zijn fantastisch mooi. De rotswanden eromheen spreken tot de verbeelding. Elk dorpje is authentiek. Elk dorpsplein heeft een café met een terrasje, de aloude plataan biedt schaduw. De wekelijkse dorpsmarkten vragen om een bezoek. Slenterend tussen de Archedois koop je zomaar een streng knoflook voor thuis. Kortom 'Frankrijk' hoe veel Nederlanders Frankrijk graag zien. Alhoewel de Ardèche misschien minder tot de fiets-verbeelding spreekt dan de Alpen of de Pyreneeën is het hier goed fietsen. Overal slingeren wegen omhoog. Veelal zeer gelijkmatig en bijna overal met een mooi uitzicht.

De Ardèche zou een echte droomregio voor wielrenners zijn, als de wegen iets minder druk waren en een stukje overzichtelijker. Want op de mooie wegen langs de rivier is het in de vakantieperiodes druk. Er zij toeristen die weinig oog hebben voor wielrenners en daarnaast zijn er de Franse locals die zich weer ergeren aan deze toeristen. Dit levert soms gevaarlijke situaties op. Tel daarbij de vele motorrijders, die graag van dezelfde weggetjes genieten en je weet dat je voorzichtig moet rijden. Maar wie een beetje slim zoekt kan dagen fietsen zonder last te hebben van de drukte.

Maar om alleen maar stil te staan bij de gevaarlijke situaties op sommige wegen, dat zou de Ardèche te kort doen. Denk aan de vele smalle routes die naar mooie cols voeren. Een groen landschap zo ver het oog rijkt, mooie riviertjes. De regio doet er veel aan om het fietsers naar het zin te maken. De zeer populaire Ardechoise tocht trekt elk jaar veel wielrenners naar de streek. Er zijn wel liefst 13 'bordjesroutes' te vinden van 85 tot 620 kilometer. Accomodaties, die speciaal zijn ingericht voor wielrenners, hebben het label 'Accueil vélo' meegekregen. Hier vind je een afgesloten fietshok, krijg je een stevig ontbijt en is er reparatiemateriaal voorhanden. Kortom ideaal voor wielrenners.

Het merendeel van de wielrenners, die de Ardeche aandoen, zijn waarschijnlijk gewoon op familievakantie, en staan op een camping. Het mooie aan de Ardèche is dat de plaats van je camping eigenlijk niets uitmaakt, overal zijn erg mooie beklimmingen te vinden. In tegenstelling tot de Alpen, hier is voor iedereen wat wils. Je zou de Ardèche letterlijk kunnen zien als stap tussen de Nederlandse kuitenbijters en de hoge Alpen cols. Heerlijk om aan het lange klimmen te wennen zonder meteen in de ijle lucht te zitten en monsterlijke percentage te moeten overbruggen.

Het merendeel van de beklimmingen in de Ardèche zijn zeer gelijkmatig en niet al steil. Je komt over het algemeen voor weinig verrassingen te staan. Een kwestie van het goede tempo kiezen en door blijven peddelen. Heerlijk fietsen dus. Als je in de zomer in dit gebied wilt fietsen is het wel aan te raden om vroeg op de trappers te staan. Niet voor niets is de Ardrèche zo populair: het zonnetje. Tijdens het middaguur iets te warm voor zware lichamelijke activiteit. Maar na een ochtendje lekker gefietst te hebben is het heerlijke spetteren in een van de riviertjes of de vele zwembaden bij de camping. Verder is het slim om de mistral in de gaten te houden, want sommige eenvoudige beklimmingen kunnen door die keiharde, soms stormachtige wind, opeens heel wat moeilijker (of juist makkelijker) worden.