Zo repareer je een lekke band

Neem altijd nieuwe binnenband mee

Terwijl het slim is om altijd een plaksetje bij je te hebben, je kunt namelijk meerdere keren lek rijden, is het aan te raden, om altijd een reservebinnenbandje mee te hebben. Want tijdens een lange tocht een bandje te moeten plakken als je lek rijdt is op zijn zachtst gezegd vervelend. Sowieso is het in de bergen verstandig om altijd met goede en nieuwe bandjes te rijden. Waar in Nederland een lekke band of klapband vervelend is daar kan een probleem met je verkeerd geplakte banden in de afdaling van een grote col verschrikkelijke gevolgen hebben.

1. Achterwiel loshalen.

Je voorwiel verwisselen is niet zo moeilijk, de snelspanner los en klaar is kees. Een achterwiel verwisselen daar schrikken wielrenners nog wel eens van. Terwijl dit ook niet zo moeilijk is. Zorg ervoor dat je ketting op het buitenblad ligt en op het kleinste tandwiel achter, op de zwaarste versnelling. Zo ligt de ketting het verst van het wiel af en heb je er geen last van. Hierna zet je de snelspanner open, en als je het wiel eruit haalt druk je rustig je derailleur naar achter en je pakt het wiel er zo uit. Je hoeft je ketting niet aan te raken. Het wiel er weer inzetten doe je in omgekeerde volgorde, je drukt je derailleur naar achter en je plaatst het wiel weer terug. Ook hier hoef je in principe je ketting niet met je handen aan te raken. Bij veel remmen kun je de rem 'open' zetten wat het plaatsen en loshalen van het wiel enorm veel eenvoudiger maakt.

2. Band loshalen

Het loshalen van een buitenband is niet heel erg ingewikkeld. Je plaatst een (plastic!) bandenlichter die je op een spaak vast zet onder de band, daarna plaats je een twee bandenlichter hier zo'n 10 centimeter vandaan. Als je deze tweede bandenlichter nu iets verder van de andere bandenlichter afschuift schiet de buitenband zo van de velg af. Nu kun je de binnenband verwijderen.

3. Check op onheil in buitenband

Je bent niet voor niets lek gereden. Als je met een goede bandenspanning reed is een stootlek bijna onmogelijk (lijkt op een slangenbeet in je band), en een goed onderhouden fiets heeft ook goede velgenlint dus daar mag een lek ook niet aan liggen. Vaak zijn er splinters (metaal, glas) of steentjes die in je band hebben geprikt. Check voordat je een nieuwe binnenband om je wiel legt of de reden van het lekrijden niet nog in je buitenband zit. Check je buitenband visueel en laat je vinger door de buitenband lopen om te voelen of deze helemaal schoon is. Als je buitenband erg beschadigd is, vervang deze dan zo snel mogelijk. Je wilt geen klapband, en zeker niet als je in de bergen in een afdaling rijdt.

4. Lucht in binnenband

Heel belangrijk: pomp bij het plaatsen van een nieuwe binnenband een beetje lucht in de binnenband nadat je het ventiel in de velg geplaatst hebt. Hoeveel? Genoeg om de binnenband zijn 'natuurlijke' vorm te geven. Hierdoor voorkomt je het fout plaatsen van de binnenband, vouwen of de buitenband die de binnenband 'vast' of zelfs kapot drukt. Overdrijf de hoeveelheid lucht niet, anders krijg je de buitenband er niet meer omheen. Nadat je wat lucht in je binnenband gepompt hebt leg je de band om de velg en in de buitenband. Nu begin je met het terug plaatsen van de buitenband.

5. Gebruik geen bandenlichters op je band weer terug te plaatsen

Een absolute 'no-go' is het gebruik van de bandenlichters voor het herplaatsen van je buitenband. Als je deze wel gebruikt is de kans extreem groot dat je je binnenband weer lek prikt. Het omleggen van de band doe je met je vingers. Je legt de buitenband beetje bij beetje om de velg heen. Bij de laatste centimeters, die best strak kunnen zijn, trek je de band over de velg heen. Dit doe je door aan de zijde waar de buitenband al in de velg ligt je duimen te plaatsen en aan de andere zijden met je vingertoppen de band over de velg heen te trekken. Doe dit met een 'knikkende' beweging. Dit kost best wat oefening, en kan zeker bij bepaalde banden nogal pittig zijn. De ene band zit strakker dan de andere om bepaalde velgen.